Skip to main content
search

Trage Tocht Plasmolen 2 – Wandelen over Zevendal en Kiekberg

KIJK ROND BIJ

HET ZEVENDAL

Zevendal, St. Jansberg en Mookerhei

De route gaat door het mooie Rijk van Nijmegen met af en toe stevige beklimmingen. Je loopt langs het altijd mooie Zevendal dat bestaat uit graslanden met bijzondere planten. Hierna kom je uit bij de Mookerheide, begraasd door schapen en runderen en historisch belangrijk. Verderop steek je nog een keer het Zevendal over en via een stevige klim van 80 meter naar de Kiekberg heb je mooie uitzichten over Groesbeek en het Duitse Emmerich. Na de Sint Maartenshoeve wandel je over de Sint Maartensberg en duikt dan weer de bossen van deSint Jansberg in en komt via oude loof- en naaldbossen met fraaie bronbeekjes weer bij het beginpunt. 

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen

Het nieuwe jaar inluiden met een wandeling over de Mookerheide, het Zevendal, de Kiekberg, de Sint Jansberg en langs de Bovenste Plasmolen. Wandelen is hot door corona en zal nog meer in het systeem van de Nederlander komen, op de eerste dag van het jaar hiermee een start gemaakt met deze Trage Tocht, die in elk jaargetijde en op elk moment van de dag heel erg mooi is.

Zevendal

Het Zevendal is een smeltwaterdal waarvan de oorsprong op het stuwwalplateau ligt. Het is een van de grootste droogdalen van het stuwwalgebied Nederrijnse Heuvelrug en loopt vanaf het stuwwal plateau naar het Maasdal bij Plasmolen ten zuidoosten van de Mookerheide. Een droogdal of grub is een langgerekte laagte die aan een beekdal doet denken maar die ontstaan is door de erosie van afstromend regenwater of, zoals in stuwwallen, door afstromend smeltwater. Tijdens de laatste ijstijd (Laat-Pleistoceen of Weichselien, 120.000 – 10.000 jaar geleden) was het in ons land minder koud. Het landijs kwam tot ongeveer Zuid-Scandinavië en in Nederland heerste een koud en guur toendraklimaat. De ondergrond was permanent tot vele meters diep hard bevroren (permafrost). In de zomer ontdooide alleen de bovenste laag. Regen en smeltwater konden niet in de bodem wegzakken en vormden talloze stroompjes die diepe dalen uitsleten in de hellingen van de stuwwal, de latere droge dalen.

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen bij het Zevendal

Sint Maartensberg en Sint Jansberg

De Sint-Jansberg is een natuurgebied en voormalig landgoed gelegen bij Plasmolen en Milsbeek in Noord-Limburg. Een van de heuvels in het gebied is de Sint-Jansberg die ook Kloosterberg wordt genoemd. De Sint-Jansberg verbindt de Mookerheide met het Duitse Reichswald en grenst in het oosten aan de Gelderse gemeente Berg en Dal. Het gebied is een stuwwal ontstaan in de voorlaatste ijstijd. De Jansberg is de enige plek in Nederland waar de ligging van een gletsjertong uit de rissijstijd (Salien) is vastgesteld. Het gebied is een eindmorene en maakt deel uit van het gebied wat vroeger het Ketelwald was. Sinds 1970 is het voormalig landgoed onder beheer van Natuurmonumenten.

Het gebied kenmerkt zich door beboste hellingen en vele beekjes. Ook zijn er enkele moerasgebieden (De Geuldert, De Diepen en het Koningsven) aan de voet van de Jansberg. De twee hoogste hellingen zijn de Kiekberg (77 meter) en de Sint-Maartensberg (66 meter). Enkele vlakke stukken zijn in gebruik voor de landbouw. Bij Plasmolen ligt een kleine stuwdam en staat de bovenste Plasmolen, een oude watermolen. Delen van het gebied zijn niet toegankelijk omdat zich daar een aantal dassenburchten bevinden.

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen

Mookerhei

De Mookerheide of Mookerhei is een bos- en heidegebied ten oosten van Mook in de Nederlandse provincie Limburg op een hoogte van ca. 50 meter, ten zuiden van Nijmegen. Op de Mookerheide vond in 1574 de Slag op de Mookerheide plaats. Lodewijk van Nassau en Hendrik van Nassau, twee jongere broers van Willem van Oranje, vochten hier tijdens de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden. Het bosgebied tussen Nijmegen en Mook was vroeger een grote heide, die in zijn geheel de Mookerheide werd genoemd. Ter hoogte van Molenhoek is de Heumense Schans nog terug te zien in het landschap. De Mooker stuwwal werd tijdens de voorlaatste ijstijd (MiddenPleistoceen of Saalien, 200.000 – 130.000 jaar geleden) opgestuwd door een uit het noorden aanschuivende machtige massa landijs, die hier ongeveer 200 meter dik was. Het landijs was zwaar, het zakte diep in de ondergrond van de rivierafzettingen en duwde aan de zijkanten en aan de voorkant het zand en grind omhoog. Daardoor ontstond een langgerekte stuwwal die zich uitstrekt van Nijmegen tot Kleef.

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen op de Mookerhei
Wandeling over Trage Tocht Plasmolen op de Mookerhei

Plasmolen

Het dorp is gelegen tussen de Maas en de gemeente Berg en Dal. De N271 scheidt het dorp van de stuwwallen, waaronder de Sint Jansberg. Plasmolen is gelegen tussen de stuwwal, waarop zich het natuurgebied Sint-Jansberg bevindt en de door grindafgraving ontstane Mookerplas. De Bovenste Plasmolen, een watermolen die uit 1725 stamt, maar waarschijnlijk ouder is, en de resten van de grootste Romeinse villa die ooit in Nederland is gevonden liggen in dit gebied. De grondvesten van de Romeinse villa Plasmolen werden ontdekt in 1931 en dateren vermoedelijk uit de 2de eeuw na Christus.

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen

Bovenste Plasmolen

De Bovenste Plasmolen is een midden- en bovenslagwatermolen in het natuurgebied Sint-Jansberg. Deze korenmolen is in het jaar 1725 gebouwd als papiermolen. De molen maakt gebruik van water uit plaatselijke bronnen. De Bovenste Plasmolen is bijzonder omdat hij water uit twee molenvijvers op verschillende hoogte kan betrekken, waarbij het water uit de bovenste vijver (gevoed door de Beek van het Groene Water) bovenlangs wordt gevoerd, terwijl het water uit de onderste vijver (gevoed door de bron De Helskuil) vanaf het midden van het waterrad wordt aangevoerd.

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen bij de watermolen

Het gebouw heeft een zolder dat tijdens het gebruik als papiermolen werd gebruikt om het papier te drogen. Na meer dan een eeuw als papiermolen gefunctioneerd te hebben, werd de molen vanaf 1848 gebruikt als olie- en pelmolen en vanaf 1865 als graanmolen. Tijdens een verbouwing zijn er waarschijnlijk dakpannen gebruikt uit de resten van de naastgelegen Romeinse villa om een gat in de muur te dichten.

In 1944 is de Bovenste Plasmolen door oorlogshandelingen beschadigd. Er zijn nog inslaggaten te zien in de bakstenen van de voorgevel. Hierbij is de toenmalige molenaar Fons Verouden door een granaatscherf geraakt en om het leven gekomen. Na zijn dood heeft het ruim vijftig jaar geduurd voordat de molen hersteld werd. In 1995 werd hiertoe de Stichting Bovenste Plasmolen 1725 opgericht, die ervoor heeft gezorgd dat de molen in 1999 is hersteld. Bij deze restauratie zijn het rad en de geklonken watergangen vanaf de vijvers nieuw gemaakt. Het dak is hersteld met gebruik van Limburgse dakpannen en stropoppen.

Wandeling over Trage Tocht Plasmolen bij de watermolen

Leave a Reply

Close Menu
CHOOSE YOUR LANGUAGE