Oud en Nieuw Sloten
De wandeling start bij het Sloterpark waarna je rond het Slotermeer loopt. Er volgt een aaneenschakeling van groene parken die als een groen lint in de stad liggen. Overal op de achtergrond het geluid van snelwegen, vliegtuigen van Schiphol en soms een politiehelikopter. Maar wat een rust en genot om hier te wandelen. Het Kasterleepark, Sloterpolder, Siegerpark, Tuinpark Lissabon, het zijn allemaal groene oases in de drukke stad. Het oude Sloten is pittoresk en even verder de imposante Slotermolen. Er volgen leuke paadjes richting het Nieuwe Meer. Sportende mensen, joggers, vissers, ook dit is Amsterdam. Richting Amsterdam Zuid wordt het drukker, de bebouwing toont fraaie architectuur en tenslotte eindig je bij het Olympisch stadion. Een prachtwandeling met daarbij die typisch Amsterdamse humor als je mensen ontmoet. Verwrongen fietsen in een standaard, brutale fietsers en bloemen op de hoek. Prachtig.
Bedenker van de wandeling Alex Buis noemde de wandeling ‘een etappe om de Sloterplas. Het groen is daarna nog niet voorbij, want de route maakt weer dankbaar gebruik van een groenstrook uit het Algemeen Uitbreidingsplan, met daarin een verstopte miniwildernis.’ De wandeling in Amsterdam Zuid-Oost gaat verder door het Siegerpark, een van de meest afgelegen parken van Amsterdam, de oude dorpskern van Sloten en over de ringvaart van de Haarlemmermeer naar het eindpunt het Olympisch Stadion.
Sloterplas
De plas werd gegraven tussen 1948 en 1956 en heeft een maximale diepte van 37 meter. Als onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan (A.U.P.) van 1935 werd de lager gelegen Sloterdijkermeerpolder, in de voormalige gemeente gemeente Sloten, uitgegraven tot recreatieplas als middelpunt van de Westelijke Tuinsteden. Midden tussen de nieuwe wijken werd een groot park en recreatiegebied gerealiseerd: het Sloterpark. De vruchtbare bovenlaag van veen en klei werd gebruikt voor ophoging van het Sloterpark rond de plas. In 1948 werd de plas tevens bestemd voor zandwinning ten behoeve van de nieuw te bouwen tuinsteden Slotermeer, Geuzenveld, Slotervaart en Osdorp, waardoor deze een veel grotere diepte kreeg dan volgens het oorspronkelijke plan uit 1935. De Sloterplas wordt gebruikt voor zeil-, kano-, hengel- en duiksport. In 1957 werd aan de noordkant van de plas het Sloterparkbad geopend, aan de noordwestkant van de plas ligt een recreatiestrandje met zwemgelegenheid.
Sloten
Sloten ligt in het zuidwesten van de stad Amsterdam als onderdeel van het stadsdeel Nieuw-West. Sinds 2017 is het dorp Sloten een gemeentelijk beschermd beschermd dorpsgezicht en het plaatsje is ouder dan Amsterdam. De oudste vermelding van Sloten dateert uit 1063, zo’n twee eeuwen van vóór die van Amsterdam, toen er sprake was van een kapel te ‘Sloton’ ten zuidwesten van de Slootermeer. Het dorp lag aan de ‘Heilige Weg’ van Haarlem naar pelgrimsoord Amsterdam, bekend van het ‘Mirakel’ uit 1345. De Sloterweg was tot het begin van de 16e eeuw de belangrijkste landverbinding tussen Amsterdam en de rest van Holland, totdat de landengte naar Haarlem door de golven werd weggeslagen. Het Slootermeer werd in 1644 ingepolderd en drie eeuwen later, tussen 1948 en 1956, vergraven tot Sloterplas.
De inwoners van Sloten leefden voornamelijk van visvangst, veeteelt en tuinbouw. Het nabije Haarlemmermeer was een constante bedreiging voor het veenland. Aan de zuidwestkant van Sloten gingen in de loop der eeuwen grote stukken land verloren door de Haarlemmermeer. Ook twee dorpen, Rijk en Nieuwerkerk, verdwenen in de golven. Een grote overstroming in 1836, waarbij het hele grondgebied van Sloten tot aan de Haarlemmerpoort in Amsterdam onder water kwam te staan, leidde tot het besluit tot inpoldering van het Haarlemmermeer.
Vlindermolen
Voor de rotonde ontwierp Herman Makkink een herkenningsteken voor de nieuwe wijk. Het bestaat uit een bakstenen halve bol, met daarop een rieten koker, een betonnen kap en een bronzen vlinder. De vleugels van de vlinder lijken net op wieken, wat de titel van het werk verklaart. Makkink heeft een voorliefde voor metselwerk, zoals ook te zien is aan zijn kunstwerken aan de Sloterplas en in het Westerpark.
Siegerpark
Het park is aangelegd op initiatief van dr. Wilhelm Sieger, directeur van de Amsterdamse Chininefabriek (ACF) en lid van de Amsterdamse Vereniging tot Bevordering van de Bijenteelt (AVVB). In de jaren twintig kocht hij een stukje grond van circa 6 hectare aan de Sloterweg. Hij liet dit volgens ontwerp van tuinarchitect Jan Bosma inrichten als een bij-vriendelijke tuin in de Engelse landschapsstijl, met veel exotische bomen. In 1936 werd het Siegerpark geopend. Naast de bijzondere planten- en boomsoorten is er sinds 1998 ook een aantal moderne beeldhouwwerken aanwezig, van beeldhouwers als Jan Bronner en Shamaï Haber. Deze werken zijn uitgeleend door het Stedelijk Museum.
Molen van Sloten
De Molen van Sloten is een poldermolen, een eikenhouten, rietgedekte achtkantige stellingmolen op een stenen voet. De molen is gelegen aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en zorgt samen met het Akergemaal voor de bemaling van de Westelijke Tuinsteden. De oudste molen bij Sloten, de Riekermolen uit 1636, moest in 1956 verdwijnen wegens de vergraving van de Riekerpolder voor de vergroting van het Nieuwe Meer en verhuisde naar de Kalfjeslaan bij de Amstel. De Molen van Sloten is een van de weinige in Holland die bijna iedere dag voor publiek geopend is.
De molen van Sloten was een geliefd onderwerp van Rembrandt, bovendien heeft hij daar zijn Saskia ontmoet. Omdat Rembrandt van Rijn, zoon van een molenaar, connecties had met het dorp, is er op de ‘Rembrandtzolder’ van de molen een presentatie met beelden van diverse Rembrandt-personages.
Oeverlanden
Het natuurgebied De Oeverlanden is sinds de jaren vijftig ontstaan op de opgespoten grond uit de Nieuwe Meer. Een gebied met ruige natuur is hier toen gegroeid. Toen de gemeente Amsterdam in de jaren tachtig het gebied wilde bestemmen voor woningbouw kwam hiertegen protest en werd in 1984 de ‘Vereniging De Oeverlanden Blijven’ opgericht die sindsdien opkomt voor behoud en voor het beheer zorgt.
Nieuwe Meer
Het smalle meer vormt de verbinding tussen het riviertje de Schinkel in Amsterdam en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. De Nieuwe Meer wordt vooral voor recreatievaart en recreatievisserij gebruikt. Vooral ‘s zomers wordt de Nieuwe Meer druk bevaren. In de vaarroute voor de goederenvaart richting de Amsterdamse binnenstad vormt het meer de verbindende schakel tussen de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en de Schinkel. Ook is het onderdeel van de Staande Mastroute door Amsterdam, een route voor zeilschepen met een mast van maximaal dertig meter.
Olympisch Stadion
Nadat Nederland in 1923 de Spelen van de negende moderne Olympiade toegewezen kreeg, koos het NOC het Stadion van Harry Elte uit 1914 in het zuiden van Amsterdam als locatie. Dit stadion was gemakkelijk bereikbaar en de omgeving bood voldoende ruimte voor alle overige faciliteiten. Hiervoor werd in november 1924 de architect Jan Wils gevraagd. Na 1937 werd het aanzienlijk uitgebreid en was het onder meer in gebruik voor belangrijke voetbalwedstrijden en als thuisstadion van FC Amsterdam. Het door Wils ontworpen stadion bestaat uit betonconstructies bekleed met 2.000.000 bakstenen. Wils paste het stadion keurig in het omstreeks 1915 door Berlage ontworpen Plan Zuid.
Om tegenwicht te bieden aan de overwegend horizontale lijnen van het stadion en als oriëntatiepunt werd midden op van het olympisch terrein de 46 meter hoge Marathontoren gebouwd, ook wel ‘leftoren’, ‘het asbakje van Amsterdam’ of ‘het asbakje van de KLM-vliegers’ genoemd. Boven op de toren in een groot, betonnen bekken brandde het eerste olympische vuur in de geschiedenis. Na de in 2000 voltooide restauratie, waarbij het stadion in zijn oorspronkelijke staat hersteld werd, is het in gebruik voor kleine en grote evenementen en biedt het onderdak aan zo’n dertig zelfstandige ondernemingen.