Herpenduin, klooster Bethlehem en vestingstadje Megen
Ons Kloosterpad – Paalgraven-Megen
Kenmerken
Lengte: 15 kilometer
Startpunt: Knooppunt Paalgraven
Eindpunt: Megen
Landschap: Heide, polder en boerenland
In deze route wandel je van Paalgraven bij Oss naar Klooster St. Antonius van Padua in Megen. Onderweg kom je langs diverse locaties zoals klooster Bethlehem en de Gevangentoren in Megen. Je verkent het poldergebied tussen de Maas en Herpenduin en de uiterwaarden van de Maas. Deze route is onderdeel van Ons Kloosterpad, een serie van 15 etappe wandelingen.
De wandeling start bij het ecoduct dat toegang biedt tot Nationaal Park de Maashorst. Al snel volgt een klein buurtschap waarna je Herpenduin betreedt. Hier grazen hooglanders en paarden. De heide bloeit en het waterniveau in het Ganzenven is hoog. Met het beeld van een hard werkend Belgisch paard is het een mooi plaatje. Buurtschap Koolwijk aan de rand van Herpenduin en vervolgens buurtschap Duursendeind volgt. Daarna polderland richting het plaatsje Haaren. Hier prijkt midden in het dorp de kerk, de voormalige pastorie en klooster Bethlehem. Het park hieromheen is een plaatje, de overhangende machtige treurwilgen bepalen het beeld rond de vijver. Via paden die beschikbaar zijn gesteld door lokale boeren loop je naar de Maasdijk. Met uitzichten over de uiterwaarden met bruine en zwarte Lakenvelders zie je in de verte Megen al liggen. In het vestingstadje eindig je bij het klooster, zoals het hoort op Ons Kloosterpad.
Herpenduin
Het natuurgebied Herperduin, soms ook Herpse Bossen genoemd, is een natuur- en recreatiegebied in Noordoost-Brabant, tussen Oss en Herpen. Het gebied is ongeveer 400 ha groot en is eigendom van de gemeente Oss. Herperduin maakt onderdeel uit van De Maashorst, maar wordt vaak gezien als een zelfstandig natuurgebied. Met veel variatie van heidevelden tot stuifduinen en veel naald- en gemengde bossen. Er is de laatste jaren veel energie gestoken in het natuurlijker maken van dit gebied: de bosomvorming. Het is een zeer gevarieerd natuurgebied met een grote variatie aan vogels, planten en bomen. De das komt vanoudsher in dit gebied en in de omgeving vrij talrijk voor. Binnen het gebied zijn een aantal wandelroutes uitgezet. Sinds 1998 heeft men Schotse Hooglanders en Exmoorpony’s ingezet, die het gebied begrazen. De Schotse Hooglanders zijn medio 2014 vervangen door Taurossen.
Duurendseind
In de volksmond wordt Duurendseind, Tuureind of in het lokale accent Tuurènd genoemd. De buurtschap behoort bij het dorp Berghem. Volgens de leden van de plaatselijke heemkundekring komt de naam van duren. Duren is afgeleid van het Keltisch en betekent ‘land aan het water’ of ‘verhoogd land’. Duurendseind kent iets meer dan honderd huizen, die vroeger meestal bewoond werden door grote gezinnen met boerenbedrijfjes. Hedendaags zijn nog twee koeienboeren actief. Na de oorlog heeft Tuureind zich met haar zandgronden, ontwikkeld als tuindersgebied.
Haren en de Sint Lambertuskerk
De naam Haren bevat het toponiem Haar, dat hoge landrug betekent. De kern ligt dan ook op een zandopduiking in het Maasdal. Haren bezit een groot aantal kerkelijke gebouwen en monumenten die allemaal Rijksmonument zijn. De Sint-Lambertuskerk is een driebeukige neogotische basiliek met toren die gebouwd is in 1867-1868. De luidklok in de toren is uit 1664 en op de begraafplaats is een stenen kruis uit 1633 te vinden. Voor de kerk staat een Heilig-Hartbeeld uit 1929.
Klooster Bethlehem
In 1506 stichtten twee begijnen in het huis van hun ouders een klooster dat zij Bethlehem noemden. De kapel werd in 1520 gebouwd. In 1581 vluchtten de zusters voor de Spaanse troepen, ze keerden pas in 1642 terug. In 1794 bezetten Franse troepen het klooster en moesten de zusters voor de soldaten zorgen. Met de komst van Willem II mochten kloosters in 1840 weer novicen opleiden en begon een nieuwe bloeiperiode. In 1845 werd het slot ingevoerd. De zusters verbleven achter tralies en brachten hun tijd door in stilte en met gebed. In 1965 sloot het klooster. Bethlehem werd een meubelpaleis, en na verbouwing een evenementen- en congrescentrum.
Megen en de Gevangentoren
Megen is een historische plaats die lange tijd de facto een zelfstandig graafschap was. Het heeft uit die tijd twee kloosters, een van de franciscanen en een van de clarissen, de gevangentoren en een middeleeuws stratenpatroon behouden. De gevangentoren uit de 14e eeuw maakte deel uit van de ommuring van Megen, waarvan de toren het enige overblijfsel van is, en diende als onderdeel van een toegangspoort en gevangenis. De toren is vierkant opgezet en bevat een zadeldak, met aan twee zijkanten een trapgevel, en schietgaten.
Klooster Sint-Anthonis van Padua
Aan de Maas in Megen zijn nog twee kloosters bewoond. Klooster Sint-Josephsberg bewoond door de Orde der Clarissen en de Orde van de Minderbroeders bewonen het Sint Antoniusklooster. Net als de zusters moesten ook deze franciscanen op zoek naar een nieuw thuis dankzij de uitkomst van de Tachtigjarige Oorlog. Toen na de Tachtigjarige Oorlog het katholieke geloof uit de publieke ruimte was verbannen, trokken de broeders als marskramers rond om katholieken in het geheim bij te staan in hun geloofsbeleving. Tot de zestiger jaren van de vorige eeuw gaven zij onderwijs. In de tuin van het minderbroedersklooster stond nut voorop. Sinds de laatste tuinbroeder Judocus te oud was geworden, ontfermen vrijwilligers zich over de kloostertuin.