







Gèèngskes en pèdjes Gemert - 4 KM
Gèèngskes en pèdjes waren de kortste verbinding tussen belangrijke relaties in het leven van de mensen. het werk, velden en de kerk. Het waren paadjes die spontaan ontstonden. Daar werd het leven geleefd. Van het huis in de straat werd de kortste weg naar de groentetuinen genomen tussen de huizen door. Ze kregen zelfs namen van mensen die er woonden, bijvoorbeeld Amstelsteeg naar onze beroemde zeeheld Jan van Amstel of de Soikerijsteeg. Deze steeg kwam uit op een veld waar ‘soikerij, cichorei werd ‘geteuld’, geteeld.
Gèèngskes en pèdjes zijn de Brabants woorden in dialectvorm voor gangetjes en paadjes. Historisch gezien zijn het de oudste vormen van verbindingen tussen twee punten. Inwoners kozen vaak de kortste weg, naar de kerk, naar werk, naar moestuin of het boerenland. In Gemert zijn nog een aantal hele mooie en leuke paadjes. Een pèdje is een smal of klein pad. Een gèèngske of gangetje is hetzelfde maar dan meer besloten bijvoorbeeld onder een stenen boog of hegbegroeïng door. De wandelroute van Land van de Peel laat prachtige paadjes, pèdjes, in Gemert zien. Een plaats die overigens historisch veel meer interessante plekken herbergt. Zo kom je langs het kasteel van Gemert, de Sint-Jans Onthoofdingskerk, het Prinses Beatrisplantsoen en het mooie centrale plein met het beeld van de gildebroeders.
Kerkepad
In 1990 werd de toegang naar kerk en kerkhof vanaf de Kerkstraat de afzonderlijke naam ‘Kerkepad’ gegeven. Hierover gingen de inwoners van Gemert naar de kerk.
Hagenhof
De naam is niet alleen gekozen vanwege de naburige buurtschap ‘De Haag’, maar ook omdat de daar bestaande hagen, die al vele tientallen jaren als erfscheidingen dienst deden, bij de verwezenlijking van het nieuwbouwwijkje zoveel mogelijk gespaard zouden blijven.
De Ark
Oud toponiem dat, gelegen tussen De Haag en De Bloemerd, al bekend was in de zeventiende eeuw. In vroeger tijd had dit gebied veel last van overstromingen. De naam ‘de Ark’ is vermoedelijk ontstaan door de omstandigheid dat ter plaatse een grondgebied altijd droog bleef vanwege de iets hogere ligging. In achttiende-eeuwse archivalia vernemen we ook van een hoeve die voluit heette ‘de Ark van Noë’.
Molenpad
Het Molenpad was een oud karrenspoor dat van de Molenstraat naar de watermolen leidde. Bij opgravingen zijn hier nog funderingen van de watermolen aangetroffen.
Peperbus
In het gebied van de nieuwe straat op de Molenakker werd eind 19e eeuw een stenen beltmolen gebouwd die de naam kreeg van Peperbus. Deze naam is ontleend aan zowel de ranke vorm van deze stenen beltmolen als aan de omstandigheid dat de twee oudere molens op de Molenakker de namen droegen van respectievelijk Zoutvat en Mosterdpot. De molen zelf is afgebrand in 1937 en niet meer opgebouwd.
Soijkerijgang
Genoemd naar een vroegere toegang tot één van de grootste soikerij-cichoreibranderij)fabriekjes van het negentiende-eeuwse Gemert. Soikerij was Gemertse surrogaatkoffie. Zowel de burgemeester, een wethouder als een medisch doctor waren in het verleden soikerijfabrikanten. De ‘soikerijteulers’ zijn ook in de volksmond bekend gebleven. Tot omstreeks 1990 bestond er nog een carnavalsvereniging onder die naam.
Amstelgang
Genoemd naar het ‘Huis van Amstel’. Het betreft het pand dat in 1564 werd gesticht door Sieur Peter van Amstel en diens (jonk)vrouw, de (bastaard)dochter van een Gemertse commandeur. In 1618 werd hier een achterkleinkind Jan van Amstel geboren die furore zou maken als ‘zeeheld’. Onder Tromp en De Ruijter bracht hij het tot vice-admiraal.
Bonengang
De naam Boonengang in de volksmond al terug tot het begin van de achttiende eeuw. Het is een naamgeving die ontstond toen Peter Jacobs Boonen met zijn gezin zich in 1702 vestigde aan de noordhoek van Kerkstraat-(Boonen)gang. Nadat in de loop van de negentiende eeuw elkaar opvolgende families Corstens een almaar sterker aansprekende positie in het dorp innamen – als snuif- en tabaksfabrikant, koffiebrander en grossier in koloniale waren – ontwikkelde zich steeds sterker de naamgeving ‘Kòòrste Géngske’ voor deze ‘binnendoor’. Echter op grond van de gemeentelijke regel dat geen wegen worden genoemd naar nog levende personen, werd in 1953 gekozen voor Boonengang boven Corstensgang.
Bron: Heemkundekring De Kommanderij Gemert