Skip to main content
search

Een kloeken Dagmarsch – Wandelen in de geest van Jacobus Craandijk bij Breda

KIJK ROND BIJ

DE MARK

Jacobus Craandijk, Breda en de Boven Mark

Jacobus Craandijk (1834-1912) was de eerste wandelaar die vrijwel heel Nederland te voet doorkruiste en daar uitgebreid verslag van deed. Hij schreef zijn boek ‘De acht delen van zijn Wandelingen door Nederland’ en nog wel met pen en potlood. Het is nog steeds een standaardwerk waar wandelauteurs nog steeds uit citeren. Door het werk en enthousiasme kwam het wandeltoerisme in Nederland op gang.

Reisjournalist en -auteur Flip van Doorn ontdekte de verslagen van wandelpionier Jacobus Craandijk en tot zijn verbazing kwam hij erachter dat Craandijk zijn verre oudoom was. Hij beschreef en bewandelde elf van de wandelingen van Craandijk en zag dat veel van zijn wandelingen actueel zijn. Een van deze wandelingen is de wandeling ten zuiden van Breda waar je langs twee mooie beken wandelt, de Mark en de Aa of Weerijs. De beken stromen vanaf de Kempen noordelijk richting Maas Breda binnen. Hiertussen ligt het Mastbos, een van de alleroudste naaldbossen en na de Wouwse plantage het oudste cultuurbos van Nederland. Daarbij loop je op een mooie manier Breda uit en op het einde van de wandeling weer in waardoor je een prachtige combinatie van natuur en cultuur ervaart.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda in het Mastbos

Er is natuurlijk wel het een en ander veranderd in en rond Breda. Zo is Ginneken aan Breda vastgegroeid en is er meer verstedelijking maar de sfeer van het oude Breda van weleer is er nog steeds. Het Kasteel van Breda en de Grote Kerk maar vooral ook ten zuiden van Breda waar de Boven-Mark rustig stroomt met vlakbij kasteel Bouvigne, een knus en erg mooi klein kasteeltje. Maar vooral het Mastbos zoals Craandijk dit omschreef heeft nog steeds die enorme natuurrijkdom. Nu honderd jaar ouder is het bos imposanter met hogere en dikkere bomen maar het moet toch ongeveer hetzelfde zijn geweest als toen Craandijk er met zijn compagnon tekenaar rondwandelde. Met het verschil dat het toen waarschijnlijk rustiger was, met mensen en met honden. Maar och, er is zoveel ruimte en al wandelend in de grote bossen denk ik aan de eerste wandelblogger en raswandelaar Jacobus Craandijk.

Jacobus Craandijk

Jacobus Craandijk, geboren in Amsterdam op 7 september 1834 en gestorven in Haarlem op 3 juni 1912 was een Nederlandse leraar, predikant, schrijver en tekenaar. Maar hij was een doopsgezinde wandelende predikant in Nederland. Hij was de eerste wandelaar die vrijwel heel Nederland te voet doorkruiste en daar uitgebreid verslag van deed. Van alle wandelingen heeft hij verslag gedaan in boeken die als titel ‘Wandelingen door Nederland met pen en potlood’ kregen. Samen vormen ze een standaardwerk. Het eerste deel daarvan verscheen in 1875. Het laatste deel kwam uit in 1888. De werken van Craandijk leveren een schat aan informatie over het tijdsbeeld van Nederland in de 19e eeuw, en haar geschiedenis. In de tweede helft van de 19e eeuw is Jacobus Craandijk de eerste echte wandelpionier. Tussen 1874 en 1888 trekt hij te voet door heel Nederland. Hij beschrijft 75 wandeltochten, tekenaar Piet Schipperus maakt er 126 prachtige litho’s bij.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda in Ginneken

Flip van Doorn

Flip van Doorn is schrijver, journalist en ontdekkingsreiziger in Nederland. Van zijn hand verscheen in 2013 de fietsroute ‘Fietsen Rond de Wereld in Nederland’, langs plaatsen, buurtschappen en plekken in Nederland die een bijzondere link met het buitenland hebben. Eerder schreef hij de vuistdikke gids ‘Nederland – 1000 Plekken die je echt gezien moet hebben’, gevolgd door enkele deelgidsen over Nederlandse regio’s, en een boek over het Pieterpad. Ook schreef hij teksten voor de gids van het Elfstedenpad.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda in het Mastbos

Een' kloeken dagmarsch

Op de achterzijde van het boek van Een’ kloeken dagmarsch wordt het boek als volgt omschreven: ‘Jacobus Craandijk (1834-1912) was de eerste wandelaar die vrijwel heel Nederland te voet doorkruiste en daar uitgebreid verslag van deed. De acht delen van zijn Wandelingen door Nederland met pen en potlood vormen een standaardwerk waar wandelauteurs tot op de dag van vandaag uit citeren. Craandijk preekte voor de doopsgezinde gemeenten van Borne, Rotterdam en Haarlem, landelijk werd hij bekend als de wandelende dominee. In zijn voetsporen kreeg het wandeltoerisme in Nederland gestalte. In 2012 herontdekt reisjournalist en -auteur Flip van Doorn de verslagen van wandelpionier Jacobus Craandijk. Tot zijn verrassing blijkt de wandelende dominee bovendien zijn verre oudoom te zijn. Van Doorn komt tot de conclusie dat zeker driekwart van de bijna negentig beschreven wandelingen vandaag nog na te lopen is. Wat volgt is een speurtocht die in eerste instantie resulteert in een feuilleton voor dagblad Trouw en vervolgens in deze wandelgids met elf kloeke dagmarsen in het spoor van de eerste wandelaar. ‘Tijd is geld, zegt de bezige zoon der 19de eeuw. Tijd is genot, zegt de wandelaar van alle eeuwen.’ – Jacobus Craandijk in 1875′

Breda

Breda is van oudsher de voornaamste stad van West-Brabant en de hoofdstad van de Baronie van Breda. De stad was een belangrijke garnizoens- en vestingstad en speelt nog steeds een zichtbare rol binnen de Nederlandse krijgsmacht door de aanwezigheid van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) en het hoofdkwartier van de Koninklijke Luchtmacht. Zij is sedert 1853 de zetel van het gelijknamige bisdom. De aanwezigheid eerst van de Heren van Breda, maar later ook van de Kamer van koophandel, de Rechtbank en het Bisdom hebben ervoor gezorgd dat Breda zowel traditioneel als heden ten dage het politieke, administratieve en religieus-bestuurlijke hart van West-Brabant vormt. In de Bredase binnenstad bevinden zich onder meer de gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk, het Begijnhof, het Spanjaardsgat, het Oude Stadhuis en de Prinsenkade. Zowel vanwege zijn historisch stadsschoon als om zijn fraaie, bosrijke omgeving wordt Breda in zijn volkslied ook wel de’Parel van het Zuiden’ genoemd.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch bij Kasteel Breda

Boven Mark

De Mark (tot aan Breda meestal Bovenmark genoemd) is een beek en stroomafwaarts een rivier, die door de provincies Antwerpen en Noord-Brabant stroomt. De Mark ontspringt bij de Zandvenheide in Koekhoven, een Belgisch gehuchtje bij Merksplas. Er bestaat enige discussie over de betekenis van de naam ‘Mark’. De oudere literatuur gaat ervan uit dat het woord ‘mark’ gebruikt is in de zin van ‘grens’. De Mark zou de grensrivier zijn tussen zand en klei. De naam Mark is ook terug te vinden in de plaats van oorsprong, Merksplas. In dialect wordt dit uitgesproken als ‘Mâârksplas’.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda bij de Boven-Mark

Aa of Weerijs

De Aa of Weerijs is een beek en stroomafwaarts een riviertje dat ontspringt in België, waar het ontstaat uit de samenvloeiing van de Grote Aaen de Kleine Aa, om vervolgens vanaf de rijksgrens met Nederland als Aa of Weerijs verder te stromen. Bij Breda komt de rivier in de singels van deze stad, om tezamen met de Bovenmark onder de naam Mark verder te stromen. In de middeleeuwen was ‘Aa’ een soortnaam voor stromende wateren. De naam ‘Weerijs’ komt van Weeg(h)reyse. Zo heette de rivier bij Van Goor (1744) en ook in oude, Franse Itinéraires (tot ca 1850). ‘Weerijs’ (Weeghreyse) betekent ‘vlechtende stroom’. Deze naam verwijst naar het vroegere, sterk meanderende karakter van de beek, met haar vele zijstroompjes, zoals de Kleyne Beek, de Raamloop en de Turfvaart.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda bij Weerijs

Mastbos

Het Mastbos ligt ten zuiden van Breda aan de rand van de stad in Breda Zuid. Het dankt zijn naam aan de vele grove dennen die vroeger ‘mastbomen’ werden genoemd. Er werden onder andere scheepsmasten van gemaakt. Het Mastbos is een van de alleroudste naaldbossen en na de Wouwse plantage het oudste cultuurbos van Nederland. Graaf Hendrik III van Nassau-Breda heeft het bos vanaf 1515 laten aanleggen met zaaigoed van de grove den uit Neurenberg in Duitsland. Voor de aanleg was in dit gebied een heideveld met een aantal kleinere eikenbossen. Het mastbos heeft in de loop der eeuwen hout geleverd voor onder meer de bouw van het Kasteel van Breda en de Spaanse vloot. Later leverde het masten voor de schepen van de VOC. Ook heeft het bos dienstgedaan als jachtgebied voor de Heren Breda.

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda in het Mastbos

'In den omtrek van Breda'

Jacobus Craandijk schreef in zijn boek ‘Nieuwe wandelingen door Nederland (1888) ook over het gebied bij Breda toen hij daar wandelde: ‘Spreek met iemand over de omstreken van Breda, en ‘t kan niet missen of gij hoort onmiddellijk de namen Mastbosch en Liesbosch. Wie ooit in de oude hoofdstad der baronie heeft verkeerd, heeft ook beide bosschen bezocht, en ook wie nooit een’ voet in Breda heeft gezet, heeft er zoo dikwijls van gehoord, dat de gedachte er aan onafscheidelijk aan de stad is verbonden. Ook de dorpen Ginneken en Prinsenhage, als bij den omtrek der stad behoorende, worden genoemd. Zij genieten een tamelijk algemeene bekendheid in den lande. Vooral Ginneken met het daaraan palende Mastbosch is dan ook voor een uitstapje zeer aanbevelenswaardig. De afstand is voor een wandeling niet te groot en sedert enkele jaren maakt een tramlijn den togt derwaarts zeer gemakkelijk, terwijl het bosch aan schoone partijen rijk is, en naarmate men verder naar den kant der Galdersche heide doordringt, te meer in stoutheid en woestheid van het landschap wint. Ook wij hebben het voor een gedeelte doorkruist, toen wij in het najaar van 1879 een paar dagen in Breda vertoefden en latere omzwervingen leerden het ons te beter kennen, te hooger waardeeren.’

Wandeling van Een Kloeken Dagmarsch in Breda in het Mastbos

Leave a Reply

Close Menu
CHOOSE YOUR LANGUAGE