Biesboschpad – Rondje Drimmelen – Wandelen met padcoördinator Hans Kuijpers

Binnenkort wordt het nieuwe Streekpad het Biesboschpad gepresenteerd bij Wandelnet, Startpunt voor Wandelend Nederland. Voor de vrijwilligersnieuwsbrief interview ik wandelend de padcoördinator van het nieuwe streekpad bij Drimmelen. Hier loopt het nieuwe Biesboschpad vlakbij de Amer en vlakbij de machtig mooie Biesbosch. Hans vertelt over het nieuwe streekpad waarbij het thema ‘De strijd tegen en met het water’ centraal staat. Hij heeft van begin tot eind de totstandkoming van het Biesboschpad begeleid waarbij hij als oud-wethouder zijn netwerk heeft gebruikt om financiën vrij te krijgen maar ook om vrijwilligers te werven en informatie van het gebied te verkrijgen. Het pad wordt in september gepresenteerd en het is een pareltje aan de reeks van streekpaden in Nederland.

Het rondje bij Drimmelen laat de Breede Vaart zien in een polderlandschap met dijken, knotwilgen, natte rietstroken en broekbossen. Begin- en eindpunt is Drimmelen met de Herenracht als onbetwist mooiste straat. Hier staan nog altijd woningen van voormalige zalmvissers uit de 19e eeuw. De Breede Vaart stroomt door deze straat met daarlangs appelbomen en karakteristieke woningen. Het plaatsje ligt aan de Amer met in de verte de grote elektriciteitscentrale en aan de overkant van het water de uitgestrekte Biesbosch.

Drimmelen ligt aan de rivier de Amer tussen Made en Geertruidenberg. Er wordt wel beweerd dat de naam Drimmelen afkomstig zou zijn van ‘drie mijlen’: de afstand tot Geertruidenberg. Een mogelijke naamsverklaring zou het Keltische ‘drumlin’ kunnen zijn, dat ‘verhoging’ betekent: een rivierduin of donk. Het voormalige dorp Drimmelen werd tijdens de Sint-Elisabethsvloed van 1421 van de kaart geveegd. Veel verder landinwaarts ontstond toen Oud-Drimmelen. Toen in 1645 de Emiliapolder ten noorden van Oud-Drimmelen tot stand kwam ontstond Nieuw-Drimmelen aan een spuisluis bij de Amer. Oud- en Nieuw-Drimmelen hoorden bij elkaar. De (hervormde) kerk en de begraafplaats bleven lang in Oud-Drimmelen gevestigd. Drimmelen ligt aan de Amer, die het van Nationaal Park De Biesbosch scheidt. De Biesbosch behoort voor een aanzienlijk deel tot de gemeente Drimmelen. Drimmelen is voor velen de toegangspoort tot de Biesbosch. Er is een haventje en een jachthaven en bovendien kan men bootjes huren om de Amer over te steken en de Biesbosch in te trekken.

Het Nederlandse Nationaal Park De Biesbosch is een zeer waterrijk natuur- en recreatiegebied. Kenmerkend zijn de zoetwatergetijden, kreken en wilgenvloedbossen. Het bestaat uit een aantal riviereilanden en zand en slikplaten in de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland. Ze liggen tussen de rivieren Boven-Merwede en Amer, en worden doorsneden door de kunstmatige rivier de Nieuwe Merwede. In 1994 kreeg de streek de status van nationaal park, het heet sindsdien officieel ‘Nationaal Park De Biesbosch’ en staat op de lijst van beschermde natuurgebieden. De Biesbosch wordt deels agrarisch gebruikt, is ingericht voor verschillende vormen van recreatie en biedt ook ruimte aan opslag van schoon oppervlaktewater in speciaal aangelegde spaarbekkens ten behoeve van de continuïteit van de drinkwatervoorziening.

De Amer is een rivier in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, die de voortzetting vormt van de Bergsche Maas. De Amer begint bij Geertruidenberg waar het water van de Donge (vanaf het zuiden) en van het Spijkerboor (vanaf het noorden) samenstromen met het water van de Bergsche Maas. De rivier is bijna twaalf kilometer lang en vormt de zuidelijke begrenzing van Nationaal Park De Biesbosch. Het ontstaan ervan hangt samen met de Sint-Elizabethsvloed in 1421. Voor de voltooiing van de Bergsche Maas in 1904 was de Amer in feite een brede getijdenkreek, die deel uitmaakte van de Biesbosch.

De Worp is een natuurgebied ten westen van Drimmelen, is 13 ha groot en is eigendom van Staatsbosbeheer. In het laaggelegen gebied lag veengrond en er werd vroeger turf gestoken. Hierdoor ontstonden kreken. De oevers ervan bestaan uit wilgenstruweel en rietland, waar tal van vogels nestelen. Later werd er griend aangeplant, evenals populieren. Langs natuurlijke weg ontstond elzenbroekbos, en ook zijn er enkele soortenrijke graslandjes in het gebied te vinden.