KIJK ROND IN
DE PARKEN VAN ARNHEM
Parken, Arnhem en glooiende heuvels
ER LIGT EEN GROENE GORDEL VAN WEL DERTIEN PRACHTIGE PARKEN IN HET HEUVELLANDSCHAP ROND ARNHEM. EN DE WANDELING KNOOPT EEN AANTAL VAN DEZE PARKEN AAN ELKAAR: PARK SONSBEEK, ZYPENDAAL, KLARENBEEK, ANGERRENSTEIN, SACRÉ COEUR, PRESIKHAAF EN THIALF. OVER GLOOIENDE HEUVELS, LANGS EEN BEEKDAL, BOS EN OPEN VELDEN. HIER EN DAAR MOET JE ZELFS SERIEUS KLIMMEN. TUSSENDOOR HEB JE MOOIE UITZICHTEN OVER DE STAD ARNHEM. DE OMGEVING IS ADEMBENEMEND MOOI MET GERESTAUREERDE LANDHUIZEN EN PRACHTIGE PLANTSOENEN EN FONTEINEN.
Ik geniet vandaag met twee vrienden van al het groen rond Arnhem. De parken zijn allemaal prachtig aangelegd, de ene nog mooier dan de andere. Eigenlijk loop je in een groen lint in en om Arnhem. Langs statige panden maar ook in de beslotenheid in de watertuin in de Spijkerbuurt. De stad mag zich al enkele eeuwen ‘groene stad’ noemen en ook ‘Groene stad aan de Rijn’ of ‘Parkstad’. De stad werd in 2008 uitgeroepen tot de ‘Groenste stad van Nederland’ en in 2009 zelfs ‘Groenste stad van Europa’. Mocht je nog twijfel hebben, dan moet je echt zelf eens gaan kijken.
Sonsbeek
Park Sonsbeek ontleent zijn naam aan de gelijknamige beek die oorspronkelijk Sint-Jansbeek heette. Het is 67 ha groot en grenst in het noorden aan de parken Zijpendaal en Gulden Bodem. Deze drie parken sluiten nauw bij elkaar aan en zijn samen zo’n 200 ha groot. In het oosten grenst Sonsbeek aan de wijken Sonsbeekkwartier en St. Marten, in het zuiden bijna aan het centrum en in het westen aan de Burgemeesterswijk. Het gebied is een beschermd stadsgezicht. Het park is voor het overgrote deel beplant met een eeuwenoud beukenbos. Opvallend is het heuvelachtige karakter. Verder bevat het een grote diversiteit aan bomen en planten, kent het een groot aantal vijvers, fonteinen en twee watervallen. Aan de rand van het park is in de voormalige Begijnenmolen sinds 2004 het Nederlands Watermuseum gevestigd. Daar vlakbij staat ook de De Witte Watermolen, de enige nog werkende watermolen van de tien die langs de St. Jansbeek hebben gestaan. In de schuur van de molen is het bezoekerscentrum Molenplaats Sonsbeek gevestigd.
Kasteel Zypendaal
Huis Zypendaal is aangelegd door de Arnhemse regentenfamilie Brantsen als buitenplaats omstreeks 1762-1764. Deze familie bewoonde dit huis tot 1926. Het werd op dezelfde plek gebouwd als waar het oude huis Zypendaal stond. In 1883-1884 werd het huis verbouwd en voorzien van een toren. Aan de voorkant werden een vestibule, een balustrade op het dak, en balkons toegevoegd. In 1900 nog werd de Rode Salon gerealiseerd in een nieuwe aanbouw. Na de Slag om Arnhem werd het huis ingericht als hospitaal voor gewonde Duitse militairen.
In 1975 verwierf de Stichting Geldersche Kasteelen het huis in langdurige erfpacht van de gemeente Arnhem, op voorwaarde dat het een culturele bestemming zou krijgen. Het huis werd gerestaureerd en op de bovenverdiepingen is tegenwoordig het hoofdkantoor gevestigd van het Stichting Het Geldersch Landschap en de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, die samenwerken onder de naam Geldersch Landschap & Kasteelen. De hoofdverdieping is ingericht als museum met objecten van de oorspronkelijke inboedel waaronder de familieportretten van de familie Brantsen en het ‘Mannetje van de Zyp’, een beeldje van een jongen met een drinkkan. Na de restauratie werd de tuin tussen koetshuis en oranjerie opnieuw aangelegd. De tuinarchitecte M.E. Canneman-Philipse ontwierp een tuin met een gazon en rozenstruiken en langgerekte borders met een grote variëteit aan planten.
Belvedére
De Belvédère in park Sonsbeek is een uitzichttoren in Park Sonsbeek in Arnhem. De belvédère werd in de 19e eeuw gebouwd in opdracht van baron H.J.C.J. van Heeckeren van Enghuizen. Baron van Heeckeren was in 1821 eigenaar van Park Sonsbeek geworden. Tussen 1824 en 1826 liet de baron als eigenaar van Sonsbeek de belvédère bouwen. Deze uitkijktoren was 24 meter hoog en bood uitzicht over de stad en de wijde omgeving. De toren staat boven op de 70 meter hoge Ruyterenberg, nabij De Ronde Weide in het park. De top van de 30 meter hoge toren is net zo hoog als de Arnhemse Sint-Eusebiuskerk, ongeveer 100 meter boven NAP. In de jaren vijftig van de 20e eeuw werd de toren met 5,60 meter verhoogd om boven de kruinen van de steeds hoger geworden bomen uit te komen. De belvédère heeft een wenteltrap van 140 treden. De toren is opengesteld voor publiek. Bij helder weer zijn Tiel, Nijmegen en het Duitse Emmerik te zien.
Watertoren De Steenen Tafel
De watertoren in Arnhem is ontworpen door architect Johannes van Biesen en werd gebouwd in 1925. De watertoren heeft een hoogte van 22,5 meter en heeft één waterreservoir van 600 m³. De hoogte van de watertoren zelf is vrij gering vergeleken met andere watertorens, de watertoren is namelijk op 80 meter boven NAP gebouwd, dit zorgt voor voldoende druk op het water. De toren is gebouwd toen door de bouw van nieuwe wijken Geitenkamp en Paasberg een nieuwe watertoren nodig was.
In de onderste bouwlaag was een café gevestigd vanaf de bouw. In 1967 is in de onderste laag restaurant De Steenen Tafel gevestigd.
Steenen Tafel
Aan de Bosweg in Arnhem, onder aan de heuvels van in de ijstijd ontstane stuwwal, liggen de resten van het karthuizerklooster Monnikhuizen, gesticht door graaf Reinald II van Gelre in 1342. Bij het klooster was op de kloosterhof een begraafplaats. In 1572 werden de monniken als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog en de Reformatie gedwongen het klooster te verlaten. Vanaf 1578 werd het complex gesloopt. Eén van de grafzerken van het vroegere klooster is bewaard gebleven onder de naam ‘de Steenen Tafel’. De grafzerk ligt omgedraaid bovenaan op de heuvel van het Klarenbeekse Bos. Ook van het vroegere klooster Mariendaal zijn zulke ‘stenen tafels’ bewaard gebleven. Al in de 19de eeuw was deze ‘Steenen Tafel’ een geliefd dagje uit voor veel Arnhemmers, vooral door het geweldige uitzicht dat men vanaf de Cornelsberg over de stad en het rivierenlandschap van Rijn en IJssel had.
Huis Angerenstein
Als landgoed is Angerenstein al in de middeleeuwen bekend als leengoed van de St. Salvatorabdij te Prüm. Als eerste eigenaar wordt ene Johan Coster genoemd (1487) uit het Arnhemse geslacht Van Angeren. Het landgoed dankt haar naam aan deze familie. Enkele jaren later is het landgoed in bezit van de familie Van Berk en wordt het “te Munchuyssen” genoemd, wat blijkt uit een leenakte uit 1501: “dat erve inde guet te Angerensteynn geheitten dat guet te Munchuyssen mitter watermullen”. En tegen het einde van de zestiende eeuw wordt de woning de “Van Berckspijker” genoemd, spijker in de betekenis van een versterkt landhuis.
De familie Engelen heeft het landgoed in bezit aan het einde van de zeventiende eeuw. Zij laat de woning uitbreiden en een park aanleggen. Ook de watermolen die in 1672 door Franse troepen is verwoest, wordt onder leiding van Arnhems burgemeester Engelbert Engelen opnieuw opgebouwd.