Skip to main content
search

Trage Tocht Schinnen-Geleen – Wandelen langs de Geleenbeek

Trage Tocht Schinnen-Geleen

Kerk in Schinnen

Trage Tocht Schinnen-Geleen

Wegkruis

Trage Tocht Schinnen-Geleen

Vlonderpad over de Geleenbeek

Trage Tocht Schinnen-Geleen

Plinthos

Trage Tocht Schinnen-Geleen

Koeien bij Sweekhuizen

Trage Tocht Schinnen-Geleen

Stammenhof

Geleenbeek, kasteel Terborgh en een mijnspoor

Routemaker en bedenker van de wandeling Rutger Burgers: ‘Van begin tot eind houden we tijdens deze wandeling tussen Schinnen en Geleen de Geleenbeek in de peiling. Het stroompje ontspringt in een put op een boerenerf achter Heerlen en mondt bij Stevensweert in de Maas. Het is de hoofdbeek in de Mijnstreek, maar liefst 28 zijbeken voeden de watergang. Onderweg kun je op een aantal plekken zien dat Waterschap Limburg in de weer is met het realiseren van een meer natuurlijke loop. De beek mag weer slingeren en de omgeving wordt groener. Omgevallen bomen sturen het stromende water tussen de steile oeverwallen door. We beginnen de wandeling met een aanloopje over het voormalige Mijnspoor tussen Sittard en de staatsmijnen Emma en Hendrik, bij Hoensbroek. Eenmaal bij de beek gaat het steeds op en neer, we pakken alle hellingen mee die we onderweg tegenkomen. Langs glooiende velden en over holle wegen komen we uit bij het monumentale kasteel Terborgh. De gelijknamige gasterij is een heerlijk rustpunt. De tocht gaat om het dorpje Sweikhuizen heen. Het plaatselijke ommetje laat ons zien hoe mooi het dorp gelegen is. De klim naar de Danikerberg is de laatste in de reeks. Daarna begint een mooie afdaling via het terrein van een oude steenfabriek. Tot aan het spoor wandel je in het groen.’

Wat een landschap in de oude Westelijke Mijnstreek: licht glooiende weides, bossen, kapelletjes, wegkruizen en de steeds terugkerende Geleenbeek. Het is een betoverend landschap waar vroeger nog op grote schaal kolen werden gewonnen in de Staatsmijn Maurits. De kronkelende paden door de dalen en de holle wegen tussen de akkers door een heerlijk landschap maken deze wandeling een topper. De treinverbinding naar het beginpunt, deze Trage Tocht is in tegenstelling tot de meeste een lijnwandeling, is snel.

Schinnen

Schinnen ligt in het dal van de Geleenbeek, waar die samenkomt met het dal van de Kakkert. Het dorp bevindt zich tegen de helling van een uitloper van het Plateau van Doenrade en de kerk ligt op ongeveer 75 meter hoogte. Het plaatsje ligt in het glooiende Zuid-Limburgse landschap dat vooral bekend staat als de Westelijke Mijnstreek. Dit gebied bevatte slechts één mijn, de Staatsmijn Maurits in Geleen, maar dit was wel de grootste steenkoolmijn van Nederland.

Mijnspoor

De wandeling volgt net buiten Schinnen een soort dijktalud. Dit is het voormalige mijnspoor tussen de staatsmijnen Emma en Hendrik bij Brunssum en de haven van Stein. Lange treinen met wagons vol steenkool reden hier tot in de jaren zestig van de vorige eeuw richting de haven aan de Maas. Tot 1935 werd gebruik gemaakt van het bestaande spoor, maar om de afvoercapaciteit te verhogen werd het mijnspoor ernaast gelegd. Een soort ‘Betuwelijn’ voor de mijnen. In 2016 is het ‘Mijnspoorpad’ in gebruik genomen, met infozuilen in de vorm van een reuzenmijnlamp en met banken en tafels van spoorbielzen. Langs het zogenaamde Mijnspoorpad zijn in totaal 8 rustbankjes compleet in Mijn-verleden-stijl geplaatst. In de buitengebieden van Schinnen, op een steenworp afstand van de Muldersplas, zijn verder 20 educatieve Mijnspoorpalen geplaatst. Elke paal herinnert via een prikkelende vraag naar het Mijnverleden van deze regio.

Geleenbeek

De beek (oorspronkelijk (de) Geleen genoemd) is onderdeel is van het stroomgebied van de Maas. De deels gekanaliseerde beek ontspringt in Benzenrade en mondt bij Stevensweert onder de naam Oude Maas uit in de Maas. De plaats Geleen dankt zijn naam (oorspronkelijk ‘Op-geleen’, het huidige Oud-Geleen) aan de ligging bij de rivier, die de oostgrens van de gemeente vormde. De beek, waarvan de Latijnse naam Glana of ‘heldere beek’ betekent, is in de jaren 50 van de 20e eeuw gekanaliseerd. De Geleenbeek loopt deels door het Heuvelland en deels door het sterk verstedelijkte gebied van Heerlen, Geleen en Sittard.

Mulderplas

De Mulderplas is een voormalige slikvijver van de Staatsmijn Emma en Staatsmijn Hendrik in de buurtschap Thull in Schinnen. In dit moeras werd het afvalwater van beide mijnen geloosd. De oorspronkelijke Muldermolen stond op de plek waar het kolenslik geloosd werd. Dit was een moerassig gebied dat regelmatig onder water stond. Daarom werd deze molen in 1950 verplaatst naar de locatie van de huidige Muldermolen. In dit gebied stonden vroeger overal watermolens langs de Geleenbeek, maar nadat de Staatsmijnen de waterrechten hadden gekocht, raakten de meeste molens in verval, met uitzondering dus van de Muldermolen. Jarenlang, tot 1984 was dit gebied zwaar verontreinigd, en was het oppervlak rondom de vijver tot aan de nabij gelegen Geleenbeek bedekt met een dikke zwarte laag kolenslik. Na de grondige sanering die in 1984 is gestart, werd het hele gebied binnen enkele jaren omgevormd tot een natuurgebied waar tegenwoordig zeldzame vogelsoorten zoals de ijsvogel voorkomt. Naast de Mulderplas ligt de Alfa Bierbrouwerij, één van de weinige grote familiebrouwerijen in Nederland.

Mariakapel

De kapel staat op de westelijke top van de Krekelberg en ligt zo’n 200 meter ten zuidoosten van de Sint-Dionysiuskerk. De kapel met Mariapark heeft sinds 1999 de  status rijksmonument en is gewijd aan Maria Koningin van de Vrede. In 1939 werd de kapel en het park in opdracht van het kerkbestuur van Schinnen gebouwd en vervolgens ingewijd. De architect was H.H.A. Tummers uit Heerlen. De kapel werd gebouwd vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De kapel staat boven op de top van de met bomen begroeide heuvel. Ze is bereikbaar via een trappartij en een rondwandeling vanaf de weg Schinnen-Thull aan de voet van de heuvel. Onderaan de heuvel bevindt zich een toegangsboog met daarin de tekst “Mariapark”.

Plinthos

Het gehucht Daniken ligt aan de voet van de noordwestelijke helling naar het Zuid-Limburgse plateau. Hier werd klei gewonnen en in Steenfabriek Sint Jozef gebakken, ook wel Plinthos genoemd. De naam St. Joseph verwijst naar Jozef van Nazareth, de patroonheilige van timmerlieden en arbeiders in het algemeen. De ringoven werd in 1858 ontworpen. De Duitse ingenieur Hoffmann ontwikkelde een effectieve oven met een continue proces, waarbij minder brandstof hoefde te worden gebruikt en waarbij het eindproduct een veel betere kwaliteit had. De temperatuur in de oven bedraagt ongeveer 1000 graden Celcius. Een ringoven bestaat uit een eindeloze tunnel die is onderverdeeld in 12 tot 24 kamers. Al deze kamers staan in verbinding met elkaar en met een hoofdkanaal dat naar de schoorsteen leidt. Op het fabrieksterrein bevinden zich nog enkele houten droogrekloodsen, recentere stalen droogrekloodsen, smalsporen en een opzichterswoning.

Kasteel Terborgh

Kasteel Terborgh wordt ook wel Huis Schinnen genoemd, en ligt in het dal van de Geleenbeek vlakbij de buurtschap Heisterbrug. Het kasteel en de naastgelegen watermolen zijn een rijksmonument. Het huidige kasteel Terborgh is een zeventiende-eeuwse gesloten hoeve die is opgetrokken uit vier bakstenen vleugels. Het kasteelterrein is voorzien van een gracht die gevoed wordt door de Geleenbeek. Aan de voorzijde van het kasteel ligt aan een aftakking van de Geleenbeek de watermolen Terborgh of Borgermolen. Het huidige molenhuis stamt uit de achttiende eeuw en is voorzien van een vakwerkverdieping en een met pannen gedekt schilddak. De geschiedenis van de molen is veel ouder. De Borgermolen was de banmolen voor de inwoners van de heerlijkheid Schinnen. De voormalige watermolen was tot in de twintigste eeuw voorzien van een onderslagrad en werd aangedreven met behulp van een maalsluis. Eind negentiende eeuw was het molenhuis voorzien van twee waterraden. In 1888 werd een van de raderen verwijderd en in 1943 werd ten slotte het molenhuis geheel verbouwd tot woonhuis.

Overzichtskaart

Foto's van deze wandeling

Het is een wandeling waarin de Geleenbeek in al zijn glorie is te zien.

Henrie van ZoggelWandelblog Ambulare

Leave a Reply

Close Menu
CHOOSE YOUR LANGUAGE