Streek GR-Kust – Vosseslag-Oostende
Wandelen langs de Noordzeekust
Kenmerken
Lengte: 13 kilometer
Startpunt: Station De Haan Vosseslag
Eindpunt: Station Oostende Renbaan
Landschap: Strand en duin
Streek GR-Kust - Vosseslag-Oostende
Wandelen langs de Noordzeekust
De route bestaat uit een lange aanloop door het duinengebied met Oostende als eindpunt. In de strook langs de zee zie je resten van de Atlantikwall. Op meerdere plekken wordt gewerkt om het opstuivende zand weer terug naar het strand te brengen. De wind is sterk hier met als gevolg dat het zand telkens wordt verplaatst. Met zwaar materieel wordt dit hersteld. Fort Napoleon is de entree tot Oostende. Een voetpontje brengt je van de Oosteroever naar de overkant, het Montgomerydok. Oostende is een aansprekende stad met een mooi centrum. De imposante kerk torent boven de stad waarna je via het Maria Hendrikapark en de voormalige Koninklijke Stallen naar het eindpunt loopt. Een etappe die minder wordt overheerst door veel hoogbouw, meer natuur en een leuke plaats als tussenstop.
Achtergrondinformatie
Vosseslag
De naam Vosseslag betekent de slag of het pad door de duinen dat de plaatselijke vissers toegang tot het strand van de gemeente Klemskerke gaf. Sommigen vestigden zich dicht bij dit pad, waardoor er een gehucht van visserswoningen en keuterboerderijtjes ontstond. In 1902 stelde Leopold II voor de duinen om te vormen tot een golfterrein voor Engelse toeristen. Hier werd de Koninklijke Golf Club Oostende gevestigd die opgericht werd in 1903. De wijk, die oorspronkelijk ook Heide-d’Heye, Westwijck, Heide-Vosseslag of Geuzenhoek werd genoemd, bestond uit enkele arme boerderijtjes en huisjes op zandgrond maar na de Eerste Wereldoorlog werd verkaveling uitgevoerd met de Heidelaan als hoofdas. Er werden villa’s gebouwd, terwijl in 1930 ook een steenfabriek geopend werd die tot de Tweede Wereldoorlog bleef bestaan.
Atlantikwall
De meer dan 5.000 kilometer lange verdedigingslinie legde Nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog langs de westkust van de bezette gebieden in West-Europa aan ter voorkoming van een geallieerde invasie. Het liep van Noorwegen, via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk tot aan de grens met Spanje. De verdedigingslinie, die overigens nooit geheel werd voltooid, bestond uit kazematten of bunkers, kanonnen en mijnenvelden. De Atlantikwall was geen aaneengesloten muur van verdedigingswerken zoals de naam suggereert. De verdedigingswerken waren geconcentreerd op strategische punten als haven- en riviermondingen, zoals bij Hoek van Holland en IJmuiden. Langs de tussenliggende kust werden op geruime afstand van elkaar verdedigingsposten gebouwd.
Fort Napoleon
Het fort in de Belgische kuststad Oostende getuigt van het belang van Oostende als vestingstad in het verleden. Het is gelegen in de duinen op de oosteroever van Oostende, op wandelafstand van de haven en de zee. Het fort behoort typologisch tot de ‘tours et redoutes modèle 1811’, een vestingconcept voor torenforten die zonder al te veel kosten en tamelijk vlug konden worden gebouwd. Er werd gekozen voor een vijfhoekig torenfort , de noordelijke punt is naar zee gericht voor een maximaal schootsveld.
Batterij De Halve Maan
De batterij is een militair complex en batterij te Oostende dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd opgetrokken ten oosten van de vaargeul als onderdeel van de Atlantikwall. Op de locatie van de batterij stonden tijdens het Beleg van Oostende (1601-1604) al Spaanse kanonnen om de Hollandse en Engelse schepen tegen te houden. In 1943 werd het geheel uitgebouwd als hoofdkwartier en het bestaat uit meerdere delen waaronder een manschappenbunker voor 15 soldaten, een commandobunker en een machinegeweerbunker, enkele observatieposten en een reeks kleine gebouwen uit baksteen.
Oostende
De stad, centraal gelegen langs de Belgische kust, is een belangrijk toeristisch en economisch centrum. De eerste sporen van Oostende zijn te vinden in de 9e en 10e eeuw. Schaapherders en vissers leidden een eenvoudig leven in een kleine nederzetting op de toenmalige locatie, het oostelijke uiteinde van het schorreneiland Testerep. Stormen en overstromingen dwongen Oostende landinwaarts te verhuizen. In 1372 werd de stad versterkt, maar een reeks hevige stormvloeden verzwolgen uiteindelijk het grootste gedeelte van de stad. De opkomst van het massatoerisme waren nog dramatischer dan de Tweede Wereldoorlog voor de afbraak van de hier zo aanwezige belle-époque-architectuur. Oostende groeide dankzij het eendagstoerisme en de toename van de mobiliteit wel uit tot een bloeiende moderne badstad met meer dan 70.000 inwoners, in het hoogseizoen kan dit aantal tot een veelvoud hiervan oplopen.
Maria Hendrikapark
Het park – door de Oostendenaars ook wel (He)t Bosje genoemd – werd aangelegd op verzoek van koning Leopold II, die het park aanvankelijk Bois de Boulogne wilde noemen naar het bekende landschapspark aan de rand van Parijs. Uiteindelijk werd het park genoemd naar Leopolds echtgenote Maria Hendrika van Oostenrijk. Het park werd aangelegd op de plaats van een verwilderd stuk bos, even buiten de oude stadswallen. Het ontwerp was van de hand van de Duitse landschapsarchitect Édouard Keilig.
Das Meer Bei Ebbe Geträumt
De kunstenaar Harald Klingelhöller maakte een aluminium muur met daarin een kabinetkast. Het aluminium is gepolijst om een spiegel-effect te bereiken, het werk vormt daarmee een groot contast met de achterliggende muur. Het object reflecteert de bewegingen in de omliggende ruimte, daarmee maakt de ruimte deel uit van het werk. ‘De titel die het kunstwerk meekreeg moet het beeld van een massa glinsterend water oproepen, water dat bij eb terugvloeit, symbool voor de aanwezigheid die overvloeit in afwezigheid.’