Rutger Burgers: 'Wandelen in de koelte van het bos, dat credo geldt absoluut voor etappe 9 van de Traagste Tocht. Een boswandeling met genoeg bijzonderheden: de hoge, houten brug, sprengenbeken, Lourdesgrot en Heidetuin.'
Roots-redacteur Daniël Mulder schreef onlangs in een wandelblog: ‘Een wandelroute zegt veel over de bedenker van die route. Ik maak bijvoorbeeld altijd routes die zo veel mogelijk over verlaten paadjes voeren. Waarom? Ik vrees tegenliggers. Toon mij uw wandelroute en ik zeg wie u bent. Ik ken bijvoorbeeld een wandelroutemaker die altijd over de randen in een landschap loopt. Het kan niet anders of diegene houdt van contrasten, van zwart-wit, van botsende landschappen. Ik ken ook routebedenkers die steevast veilige tochten kiezen vol horeca. Dat zijn comfortwandelaars. Of wat te denken van een wandelroutemaker die alles op een mountainbike doet en zegt dat een route van 25 kilometer makkelijk in een ochtend is te lopen…’

Onderweg op etappe 9 van de Traagste Tocht denk ik aan deze woorden. Wat zegt de Traagste Tocht over wie Rutger Burgers en Rob Wolfs zijn? Rutger en Rob maken al jaren wandelroutes en hun voorkeur gaat uit naar afwisseling in het landschap en hun routes hebben een minimaal percentage onverhard van 70%. Of dat iets van hen zegt? Met wat amateurpsychologie ‘concludeer’ ik dat ze van een gevarieerd leven houden, want afwisseling in landschappen zal vast ook in hun dagelijkse leven een item zijn. Een brede interesse, dat zeker ook. Hun voorkeur voor onverharde paden zal vast te maken hebben met het zoeken naar rust, geen last willen van verkeer en het alleen mijmeren in de natuur. Een citaat uit een krantenartikel bevestigt een en ander. Rob: ‘Een groot deel van de Trage Tochten vind je in landelijk Nederland, ver weg van de hectiek. Je wandelt door natuurgebieden, in het boerenland, langs de waterkant. Liefst zoeken we daarbij de randen op, want daar is doorgaans het meest te zien.’ Ik ken ze nu beiden een aantal jaren en in gesprekken komt hun brede interesse van onderwerpen naar voren. Ze hebben ook rustige karakters, geen branieschoppers, met respect naar de ander en alles gedoseerd. Dat zal vast te maken hebben met de lange overpeinzingen op hun wandelingen of op een wandelbankje onderweg. Ik merk bij mezelf dat de Trage Tochten ook iets van mij zeggen. Ook ik houd van rust, weg van de hectiek en ik mag zeggen dat ik een brede interesse heb. Samen lopen we richting Driebergen-Zeist, onverhard, weg van de drukte, op een bijzondere manier in etappes van Dieren naar Amsterdam. Nederland kent nog vele mooie plekken, met rust, ver weg van de hectiek en onverhard, zelfs als je van Dieren dwars door Nederland naar Amsterdam loopt. Een volleerd psycholoog zal zeker een betere analyse kunnen maken van deze Trage Tochters. Ik weet echter bijna zeker dat ze hier geen behoefte aan hebben. Misschien nemen ze bovenstaande wel op met een korreltje zand …. nee, ik bedoel zout.
Kaapse Bossen
Het 425 hectare grote natuurgebied wordt beheerd door Natuurmonumenten en ligt op de stuwwal Utrechtse Heuvelrug. Hendrik Swellengrebel kocht rond 1750, na terugkomst uit Zuid-Afrika waar hij gouverneur van de Kaapkolonie was, het landgoed ‘Schoonoordt’ aan. De bossen deden hem denken aan het bos achter de Tafelberg bij Kaapstad. Ze kwamen bekend te staan als de ‘Kaapse Bossen’. De Helenaheuvel in het bos is vernoemd naar zijn oudste dochter Helena Johanna Swellengrebel (1730-1753), die waarschijnlijk stierf in haar eerste kraambed.

Landgoed Huis te Maarn
Ook Landgoed Huis te Maarn ligt op een helling van de Utrechtse Heuvelrug. Tussen 1906 en 1907 liet het echtpaar Blijdenstein-van Heek op een heidevlakte bij Maarn een park aanleggen in de nieuw-architectonische stijl. Ontwerper was tuinarchitect P.H. Wattez, die vooral in Twente veel tuinen en parken had aangelegd. Huis te Maarn is nog steeds in bezit van de stichtersfamilie en heeft haar oorspronkelijke functie in al die tijd behouden. Rond het huis en de historische tuin- en parkaanleg liggen uitgestrekte gronden met bossen en weilanden, die eveneens tot Huis te Maarn behoren.

Landgoed Den Treek Henschoten
Het gebied bestaat uit een gevarieerd bos met kleine heideveldjes. Het gevarieerde bos bestaat uit eiken en berken en vele verwilderde rododendrons. Het landgoed van bijna 2000 hectare is geheel in particuliere handen en ligt op de overgang van de Utrechtse Heuvelrug naar de Gelderse Vallei. Het landgoed bestaat voornamelijk uit bos met aan de oostelijke rand weilanden en akkers. Verspreid in het bos liggen ook nog landbouwgronden en zandverstuivingen. De benaming Den Treek-Henschoten komt voort uit het samengaan van twee landgoederen in 1935. Landgoed Den Treek was oorspronkelijk eigendom van de familie De Beaufort en landgoed Henschoten van de familie van Asch van Wijck. Beide landgoederen zijn sindsdien onder gezamenlijk beheer. Aan de oostelijke rand bleef grondgebonden landbouw bestaan, maar de rest van het landgoed werd ingericht als een bosbedrijf, met rechte kavels en een geheel nieuwe wegen- en padenstructuur. In het geval van Henschoten gaat de oudste schriftelijke bron terug tot de oorkonde uit de tijd van Karel de Grote (777). “Hengestcoten” (op z’n latijn geschreven als: Hengistcoto) was een ‘foreest’: een gebied waar gejaagd werd, dat bestond uit bossen, bouwland, weiden en heiden.

Hoog Moersbergen
Het gebied bestaat uit een gevarieerd bos met kleine heideveldjes. Het gevarieerde bos bestaat uit eiken en berken en vele verwilderde rododendrons.

Semenariebos
Het Groot-Seminarie werd in 1856-57 gebouwd in opdracht van mgr. Johannes Zwijsen naar een ontwerp van H. J. van den Brink. H. J. van Tulder ontwierp de kapel. De katholieken noemden het seminarie “Rijsenburg”, hoewel het op grondgebied van Driebergen stond. Het Seminariebos omvat nog 19de-eeuwse elementen, waaronder bossages waartussen slingerpaden zijn aangelegd en restanten van de tuinmuur en een Lourdesgrot. De Lourdesgrot met de vijver zijn recent aangewezen als Gemeentelijk Monument.

Kraaybekerhof
Al in 1594 wordt de ligging van een boerenhofstede op deze plek aangegeven. Op het terrein van villa Kraaybeekerhof aan de Diederichslaan bevinden zich een negentiende-eeuwse kas met zacht groen gekleurd, geblazen glas. De vorm van de kas doet denken aan een ui. De 19e-eeuwse ijskelder wordt bewoond door vleermuizen. De tuinen op het landgoed worden sinds 1977 biodynamisch beheerd. In het vrij toegankelijke Kraaybekerhof bevinden zich een bloementuin, een bijentuin met bijenstal ook kruidentuinen en een groentetuin.


Driebergen-Zeist
Er waren vaak lange files bij de spoorovergang, overvolle fietsstallingen en een te kort aan parkeerplekken. Dat waren belangrijke redenen om het stationsgebied Driebergen-Zeist flink aan te pakken. De Hoofdstraat loopt nu via een onderdoorgang voor het verkeer onder het spoor door. En door opwaardering van het station tot belangrijk onderdeel van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is dit station een belangrijk OV-punt in dit gebied geworden.

Foto's van de wandeling
Kenmerken van de wandeling
De Traagste Tocht is een samenwerking tussen Rutger Burgers, Rob Wolfs en Henrie van Zoggel.
Op Wandelzoekpagina vind je nog meer etappes van de Traagste Tocht.
Afstand
15 kilometer
Soort wandeling
Lijnwandeling
Landschap
Bos en landgoederen
Beoordeling
8,5 (8,5/10)
Startpunt
Station Driebergen-Zeist
Datum
20-06-2025