Trage Tocht Hoenderloo NP – Wandelen in Nationaal Park de Hoge Veluwe

Het is een prachtige en afwisselende wandeling waar je aan je trekken komt als je van onverhard wandelen houdt. De stilte op de wandeling is enorm, alleen vogelgeluiden van veldleeuwerik, boomklever en bonte specht doorbreken op een prettige manier deze stilte. We mogen dankbaar zijn voor de initiatieven van Anton Kröller die hier veel grond opkocht. Dit werd later het Nationaal Park Hoge Veluwe, een groot gebied midden in ons drukke land met snelwegen, bebouwing, vliegvelden en woningbouw. Het eerste gedeelte van de wandeling bestaat voornamelijk uit bos met kleine percelen gras en zand. Mooie lanen wisselen af met bospaden tot je ineens voor het imposante jachthuis Sint Hubertus staat. Je vergaapt je aan de schoonheid van dit gebouw dat door Berlage is ontworpen. Het is mooi flaneren langs de vijver die bij het jachthuis hoort met het zicht met de spiegeling in het water. Voor het totaal andere tweede gedeelte van de route is een tussenstop bij het Museonder aan te bevelen. Het leven onder de grond wordt hier uitgelegd waarna het tweede gedeelte van de wandeling volgt. Over het Deelense Veld heb je een weids uitzicht alsof je op een Afrikaanse savanne loopt. Bij de romantische tussenstop bij de Deelense Was zie je een besloten water waar in vroegere tijden de schapen van de heide werden gewassen. Tot slot loop je langs bloeiende heide terug naar het beginpunt, na een wandeling die volop natuur, afwisseling met rust en stilte laat zien.

Rob Wolfs over deze route: ‘We maken een mooie en rustige wandeling in het Nationale Park De Hoge Veluwe vanaf de ingang Hoenderloo. De route gaat de eerste helft over bomenlanen en door fraaie loofbossen met klinkende veldnamen als Siberië, De Schuit, Het Prisma, De Koekkoek en Fazentenpark. Op de paden zien we wildsporen. We lopen regelmatig langs rustgebieden voor het grofwild. Met een beetje geluk kruist een wild zwijn of een hert ons pad. We komen langs het fraaie Jachthuis Sint Hubertus dat is ontworpen door de vermaarde en beroemde architect Hendrikus Petrus Berlage. Halverwege de tocht wachten ons het Museonder en De Koperen Kop. Op het tweede deel van de wandeling lopen we langs het Koeverzand en het uitgestrekte Deelense Veld. We maken een korte slinger over het vochtige heidegebied met heideveentjes en vennen. Nog onlangs werd hier het fietspad verlegd en een stuk bos gekapt om de natte natuur weer te herstellen.’

Anton Kröller was de grondlegger van het Nationaal Park de Hoge Veluwe. De succesvolle zakenman ontvluchtte graag zijn drukke zakenleven door de rust in de natuur op te zoeken, met name op de Veluwe. Hij had een grote voorliefde voor de natuur en was een liefhebber van jagen. Hij stichtte daarom zijn eigen landgoed, de Hooge Veluwe. Samen met zijn vrouw Helene Kröller-Müller schafte ze stukken grond aan tot de familie de belangrijkste grootgrondbezitter op de Veluwe was. Alleen de koninlijke familie bezat meer. Hij liet het omrasteren en zetten er edelherten en wilde zwijnen uit. Nu maakt het deel uit van het grootste laaglandnatuurterrein in Noordwest-Europa en bestaat uit naaldbos, loofbos, heide, zandverstuivingen en landbouwgronden. Oorspronkelijk was Park De Hoge Veluwe een bebost gebied, maar door menselijk toedoen (houtkap en begrazing) zijn heide en stuifzanden ontstaan. Later zijn weer bossen aangeplant, maar toen de stuifzanden dreigden te verdwijnen is midden in het park een gebied ontbost, De Pollen.

Het Jachthuis Sint-Hubertus ligt in het noorden van het Nationaal Park. In 1914 besloot het echtpaar Kröller-Müller tot de bouw van een buitenhuis op hun pas verworven landgoed. Het ontwerp werd gegund aan de architect Berlage. Hij ontwierp niet alleen het huis, maar ook het interieur, de meubels, de tuinen, dienstgebouwen en zelfs een brug bij het Jachthuis. Het hele gebouw is opgetrokken uit baksteen, binnen vaak geglazuurd, en leisteen. Berlage ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook het interieur en de interieuronderdelen en alles in het interieur is op elkaar afgestemd

Het Deelense Veld is het meest bijzondere deel van Het Nationale Park de Hoge Veluwe. Hier liggen ijzerbanken waardoor het regenwater op veel plaatsen niet kan wegzinken. Hierdoor liggen er een aantal vennen, waaronder het Deelense Was en de Gietense Flessen. De naam Deelense Was wijst erop dat de schaapherders vroeger hun schapen in dit ven gingen wassen. In en rond het ven, dat dus alleen regenwater bevat, groeien in Nederland bijzondere planten, zoals veenpluis, knolrus en veenmos. Het is een uitgestrekt gebied en midden in dit gebied waan je je alsof je op een Afrikaanse steppen wandelt.

Het Museonder is een ondergronds museum dat werd ontworpen door architect Cor van Hillo. Het museum vertelt het geologische verhaal van de Veluwe en laat zien welke natuurlijke processen zich net en ver onder het aardoppervlak afspelen. Centraal in het Museonder hangt het wortelstelsel van een 135 jaar oude boom. De tentoonstelling neemt je mee, steeds dieper en dieper de bodem in. Uiteindelijk beland je zelfs in het middelpunt van de aarde. De entreeprijs is inbegrepen met het entreekaartje voor het Nationaal Park, even binnenkijken dus.